De Brusselse context

Er is niet één Brussel

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een lappendeken van verschillende besturen, overheden en gemeenschappen. Het bestaat uit 19 gemeentes, heeft verschillende politiezones en gewestelijke instellingen voor de gewestbevoegdheden. Daarnaast is het Gewest officieel tweetalig en heeft elke taalgemeenschap een eigen beleid voor gemeenschapsbevoegdheden zoals cultuur, onderwijs en gezondheidszorg.

Brussel is bovendien het centrum van Europa. De aanwezigheid van de internationale instellingen en inwoners geeft Brussel een sterk kosmopolitische uitstraling. Dit zorgt voor grote verschillen binnen Brussel op allerlei gebieden: welke taalgemeenschappen aanwezig zijn, hoe de sociaal-economische situatie is... Dit verschilt van buurt tot buurt.

Wat betekent dit voor scholen? De locatie van een school in Brussel bepaalt in sterke mate de context van die school. Een school in het zuiden van de stad is bijvoorbeeld niet te vergelijken met een school in het centrum.

© Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad

Brussel: rijke stad, arme stad 

Ongeveer een derde van de Brusselaars moet rondkomen met een inkomen onder de armoederisicogrens. De globale cijfers voor het Brussels Gewest verbergen daarbij belangrijke sociaal-ruimtelijke ongelijkheden. Er zijn grote verschillen tussen de Brusselse gemeenten en wijken. Zo varieert de werkloosheidsgraad bijvoorbeeld sterk tussen de Brusselse gemeenten. Sinds enkele decennia, wonen personen in armoede of bestaansonzekerheid vooral in de ‘arme sikkel’. Dit is de zone die een cirkel vormt ten westen van het stadscentrum. 

Dat er veel armoede is in Brussel heeft ook zijn weerslag op de taalverwerving van veel Brusselse jongeren. Uit onderzoek blijkt dat kinderen uit kansarme gezinnen gemakkelijk een taalachterstand oplopen, los van de talen die ze spreken. Dat komt doordat ze opgroeien in een omgeving met veel stress, minder stimulansen, geen goede voeding, moeilijke toegang tot de gezondheidszorg… Dat heeft negatieve gevolgen voor de algemene ontwikkeling van een kind en zeker ook voor de taalontwikkeling.

Terug naar boven

Meer info? 

  • Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad publiceerde in 2019 opnieuw een Welzijnsbarometer met actuele gegevens over armoede in het Brusselse Gewest. 
  • Onderzoek aan de UAntwerpen wijst uit dat kinderen uit een gezin in armoede al op hun eerste verjaardag een taalachterstand kunnen hebben. Meer informatie vind je op de blog Armoede en Sociale Uitsluiting.

Brussel als multiculturele en meertalige stad: taalbarometeronderzoek

Brussel is bij wet tweetalig: Frans en Nederlands zijn er officiële de talen. Betekent dit dat iedereen die talen ook spreekt? Verre van. Internationale migratie maakt van Brussel steeds meer een multiculturele en meertalige stad.

Sinds 2001 voert de BRIO-onderzoeksgroep het taalbarometeronderzoek (TB) uit. De taalbarometer brengt het taalgebruik in Brussel op een wetenschappelijke en genuanceerde manier in kaart. Elke vijf à zes jaar is er een nieuw taalbarometeronderzoek. Het geeft inzicht in het taalgebruik en de taalverschuivingen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het profiel van de inwoners, hun leeftijd en hoe ze taal binnen generaties doorgeven, bepaalt mee hoe het taalgebruik evolueert.

Sinds de eerste afname neemt de taaldiversiteit samen met de culturele diversiteit in Brussel nog altijd toe. De continue in- en uitstroom kenmerkt de snel veranderende stad en zorgt voor verschuivingen in welke talen de Brusselaars spreken in welke omstandigheden. Niet alleen de taalverscheidenheid neemt toe, vooral het tempo van die toename is opvallend.

De vijfde taalbarometer (TB5, 2024) toont aan dat er drie contacttalen cruciaal zijn voor wie in Brussel woont en werkt: het Frans, het Nederlands en het Engels. Werken in Brussel en deelnemen aan de Brusselse samenleving is zonder een combinatie van die contacttalen quasi onmogelijk. De positie van de contacttalen is tijdens elke meting gewijzigd.

Enkele opvallende bevindingen uit TB5:

  • De kennis van het Frans boet als sterkhouder aan belang in, terwijl het Engels aan een steile opmars bezig is en het Nederlands zijn positie herstelt. Het lijkt erop dat de toenemende meertaligheid een hefboom is voor een erkende rol van het Nederlands.
  • De rest van de top 10-talen die gesproken worden blijken een grillig patroon te vertonen tijdens de vijf meetmomenten.
  • Zorgwekkend is dat een tiende van de Brusselaars geen van de drie contacttalen kent en bijgevolg sociale uitsluiting ervaart.
  • De helft van de Brusselaars groeit op in een taalgemengd gezin, een derde groeit op in een gezin waar er noch Nederlands, noch Frans gesproken wordt.
  • Het Engels blijkt ook in de communicatie met gemeentediensten een plek verworven te hebben, in combinatie met de officiële landstalen.
  • In het informele taalgebruik valt op dat er niet voor één taal gekozen wordt, maar dat het pragmatisme om verschillende talen te combineren zoals bleek in TB4 zich nu nog sterker doorzet.

Meer info?

De meest opvallende bevindingen van BRIO-taalbarometer 5 staan heel overzichtelijk beschreven in deze factsheet.

Terug naar boven